Minimumleeftijd om wekelijks Treibbal te beoefenen bij HondEnHarmonie is 9 maanden, een enkele training of workshop kan wel vanaf 5-6 maanden.
Advies deelnemen aan wedstrijden niet voor de 12 maanden
Treibbal: een kleurrijke sport
Treibball, ook wel ‘drijfbal’ genoemd, is in Nederland een vrij nieuwe hondensport. De sport is vanaf 2009 steeds populairder aan het worden. Het leuke is dat het een sport is voor (bijna) iedere hond en eigenaar.
Het brein achter Treibbal is Jan Nijboer, een Nederlander die in Duitsland woont. Hierdoor is de sport in Duitsland ook groter dan bij ons. Het doel is om de hond zo te sturen dat hij een maximum van acht ballen in het doel drijft. Hoe hoger het niveau, hoe meer ballen er in het spel zijn. Diegene die als combinatie de snelste tijd neerzet is de winnaar. Om kans te maken moeten alle ballen in ieder geval binnen tien minuten in het doel geplaatst zijn.
Voor de ballengek?
Voor deze sport wordt er gebruik gemaakt van grote lichtgewicht plastic ballen. Eén hoektandje erin en de bal is stuk. Om angst voor het kapotgaan van de ballen te voorkomen wordt het gebruik van een anti-plof bal aanbevolen. Zomaar met een bal gaan rondrennen is beslist niet de bedoeling, beheersing is erg belangrijk! Bij Treibball moet de hond leren om de bal te verplaatsen met zijn neus, borst of poten. Vervolgens zal de hond op aanwijzingen van de handler de bal richting het doel en zijn handler proberen te krijgen. Om dit goed te volbrengen is samenwerking tussen hond en handler dus essentieel.




Alle ballen verzamelen!
De sport kent drie onderdelen, met ieder een eigen uitdaging. Allereerst is er het verplichte onderdeel. Hierbij ligt er een maximum van acht ballen in een driehoek in het veld. Op maximaal twintig meter afstand staat het doel. Wanneer de handler het eerste teken geeft, dient de hond op aanwijzen van de handler zo snel mogelijk alle ballen één voor één naar het doel te drijven. De hond begint altijd met de achterste bal, daarna is de volgorde willekeurig. Als tweede is er het dirigeer-onderdeel. Hierbij worden de ballen verspreid neergelegd over het veld. Vervolgens moet de handler de hond zo sturen dat de ballen op een bepaalde volgorde richting het doel worden gedreven. Op de ballen staan soms nummers, of een vooraf bepaalde volgorde van kleuren ballen welke dient te worden aangehouden. Voor dit onderdeel is dus opperste concentratie, maar vooral ook veel samenwerking erg belangrijk. Als laatste is er nog het spel-onderdeel. Hierbij is het elke keer een verrassing wat er van de handler en de hond verwacht wordt. Vaak wordt er gebruik gemaakt van attributen of een parcours om de moeilijkheidsgraad te verhogen, maar ook om een element van spel in te voegen. Ook kan er binnen dit onderdeel gekozen worden voor ‘time gambling’. In dat geval wordt er van de handler verwacht een schatting te maken van de benodigde tijd voor het naar het doel brengen van een x aantal ballen. Diegene die in werkelijkheid het dichtste in de buurt komt van zijn schatting wint het spelletje. Een goede kennis van hoe rap je hond werkt is dus ook nog van belang.
Verschillende niveaus in de sport
- 1 bal (starter, afstand 5 meter).
- 3 ballen (Gevorderd, afstand 10 meter).
- 6 ballen (Expert, afstand 15 meter).
- 8 ballen (Supertop, afstand 20 meter).
Voor (bijna) elke hond geschikt. Een hond met een korte neus of wat bolle ogen kan soms weerstand hebben om een bal met het hoofd te duwen. De maat van de bal(len) wordt aangepast aan de hond. In de wedstrijd worden meestal ballen van 45 of 65 diameter gebruikt.